Triggerpoints

Een triggerpoint bestaat uit kleine spiervezels die samen verkrampen. Een spier met een triggerpoint trekt samen, wat voelbaar is als een strakke band met vaak sterke pijnpunten (de triggerpoint). In de volksmond wordt dit vaak knopen genoemd. De spier wordt korter en slechter doorbloed en verzwakt uiteindelijk. Andere spieren zullen de taak van de verzwakte spier overnemen. Als dit langer duurt, raken deze spieren ook overbelast. Als gevolg hiervan kunnen ook in deze spieren triggerpoints ontstaan, zodat er ook pijn "op afstand" kan ontstaan. 

 

Naast pijn en verzwakking van de betreffende spieren kunnen triggerpoints ook andere klachten veroorzaken, zoals:

Je niet fit voelen: zweterig, trillerig, duizelig voelen, wazig zien, koude handen, Coördinatiestoornissen, zoals moeite met schrijven of het maken van precieze bewegingen.

 


De oorzaak van triggerpoints

 

Triggerpoints kunnen op verschillende manieren ontstaan. De meest voorkomende oorzaak is chronische overbelasting van de spieren, bijvoorbeeld door een verkeerde (werk)houding of door sporten. Verder kunnen triggerpoints het gevolg zijn van:

  • Acute spierklachten na een ongeval, blessure of verkeerde beweging
  • Verkramping van spieren
  • Houdingsafwijkingen zoals een beenlengteverschil of scoliose
  • Strakke kleding, het dragen van een zware rugzak
  • Een periode van immobilisatie door gips of het dragen van een sling
  • Langdurige overbelasting door sport of werk
  • Vermoeidheid, slecht slapen
  • Hormonale stoornissen, verminderde schildklierwerking, gebrek aan bepaalde voedingsstoffen door verkeerde voeding
  • Psychologische factoren zoals stress en depressie

 

De behandeling

Bij Triggerpoint-therapie oefent de therapeut manuele druk uit op een triggerpoint met als doel de verkramping in de spier op te heffen en de spierfunctie te herstellen. Een andere behandelmethode voor triggerpoints is Dry Needling met behulp van acupunctuurnaalden.

 

Na de behandeling

Na een behandeling met Triggerpoint-therapie of Dry Needling voelt de behandelde spier de eerste uren gevoelig, stijf of beurs aan. Ook het aanspannen van de spier doet pijn. De napijn wordt geleidelijk minder. Meestal is de pijn na vijf dagen helemaal weg. Om de nabehandeling zo goed mogelijk te laten verlopen, krijgt u oefeningen mee voor thuis en wordt geadviseerd om de behandelde spieren warm te houden door bijvoorbeeld een kruik of kersenpittenzak.

 

Als u geen napijn meer heeft, zult u duidelijk merken dat de behandeling verbeterd is. De uitstralende pijn die u voor de behandeling had, is (grotendeels) verdwenen. U kunt de spier beter bewegen, u kunt meer kracht zetten en kleine bewegingen kunt u beter coördineren. De behandeling kan er ook voor zorgen dat u zich weer helemaal fitter en meer ontspannen voelt. Afhankelijk van uw klachten heeft u één of meerdere behandelingen nodig.

 

Als u een of meerdere van de bovenstaande klachten heeft, laat dan een screening door uw fysiotherapeut doen. Dit kunt u doen zonder verwijzing. Tijdens het kennismakingsgesprek vertellen wij u hoe uw specifieke klacht verholpen kan worden. Direct na de eerste behandeling heeft u duidelijkheid over hoe uw behandelplan eruit gaat zien.
Wilt u meer informatie of uw klacht een indicatie is voor Triggerpoint-therapie? Vraag het uw fysiotherapeut.